Enkele tips voor een vlottere communicatie op de werkvloer

 

Naast lessen Nederlands, zijn momenten waarop men kan oefenen wat men in de lessen leert minstens even belangrijk. Het is een grote hulp als leidinggevenden en collega’s consequent en duidelijk Nederlands spreken met de anderstalige medewerkers die Nederlands leren.

 

9 tips voor een vlottere communicatie

Je kan de communicatie met anderstaligen sterk verbeteren door in je persoonlijke taalgebruik aandacht te hebben voor een paar taalaspecten.

 

1. Spreek de standaardtaal

Spreek geen dialect, dat is het belangrijkste advies. Dialect is zeer moeilijk te begrijpen voor anderstaligen.

 

2. Visualiseer de boodschap

Gebruik foto’s, voorbeelddocumenten, objecten …

Ondersteun wat je zegt met meer gebaren dan je normaal zou doen.

 

3. Spreek duidelijk en niet te snel

 

4. Gebruik zelf geen foute, vereenvoudigde taal

  • Niet: Heb jij afspraak met trajectbegeleider?
  • Wel: Heb jij een afspraak met de trajectbegeleider?
  • Niet: Jij vandaag alleen komen?
  • Wel: Kom jij vandaag alleen?

 

5. Leg nieuwe of moeilijke woorden uit.

Je mag moeilijke woorden gebruiken, maar herhaal de boodschap daarna met andere woorden.

  • Niet: Kun jij morgen voor haar inspringen?
  • Wel: Kun jij morgen voor haar inspringen? Kun jij haar morgen vervangen?

 

6. Gebruik internationale woorden

  • Niet: bellen
  • Wel: telefoneren

 

7. Pas op met figuurlijk taalgebruik

  • Niet: Zie je dat zitten?
  • Wel: Wil je dat doen?

 

8. Deel veel informatie op in korte stukken en geef de andere persoon tijd om te reageren.

Anderstaligen kunnen meer tijd nodig hebben om de informatie te verwerken en zelf een reactie te formuleren.

 

9. Controleer of je collega je begrijpt

  • Niet: Heb je het begrepen? (De andere persoon zal waarschijnlijk altijd ja-knikken)
  • Wel: Kan je even herhalen wat je moet doen?Bij langere of moeilijke boodschappen kun je achteraf nog eens samenvatten wat er besproken is, of een e-mail sturen met de belangrijkste punten.

 

 6 tips voor feedback

Als de anderstalige collega een fout maakt, kan je deze fout verbeteren.

1. Geef alleen feedback als de ander daarom gevraagd heeft.

Maak duidelijke afspraken: wanneer wil de ander graag feedback en op welke manier?

Duid een naaste collega aan binnen het team aan wie de anderstalige collega advies kan vragen. Spreek af wanneer dat kan: ad hoc, een keer per dag, een keer per week. De regeling moet ook haalbaar zijn voor de Nederlandstalige collega, anders haakt die misschien af.

 

2. Verbeter de taal niet expliciet, maar herhaal zelf met het juiste woord of de juiste constructie.

Ik vind de laptop niet. Normaal hij ligt altijd hier.

  • Niet: – Ik vind de laptop niet. Normaal hij ligt altijd hier.
    – Normaal ligt hij altijd hier.
    Wel: – Ja, normaal ligt hij daar, ik weet niet waar hij ligt.
  • Niet: – Vroeger werk ik op een andere dienst.
    – Vroeger werkte ik op een andere dienst.
    Wel:  – Op welke dienst werkte je vroeger?
  • Niet: – Heeft die bedrijf ook een kantoor in Brussel?
    Dat bedrijf.
    Wel: – Nee, dat bedrijf heeft alleen kantoren in Antwerpen.

 

3. Zorg voor privacy of een veilige omgeving.

Geef je feedback of verbeteringen liever niet wanneer er anderen bij zijn. Op sommige werkvloeren is daar wel een draagvlak voor zijn, als de anderstalige collega zich gesteund voelt op het werk. Het helpt als de anderstalige collega zelf ook feedback kan geven over vaktechnische zaken: “In mijn land pakten we dat zo aan en het werkte” en zo een meerwaarde kan hebben.

 

4. Spreek met twee

Het is moeilijker voor anderstaligen om een gesprek te volgen wanneer mensen in groep of door elkaar praten

 

5. Formuleer je feedback positief en constructief.

 

6. Heb geduld, vergeet niet hoe moeilijk het is om in een vreemde taal te werken.

 

2 tips voor advies

Je kunt anderstalige collega’s ook helpen met het leren van de taal.

 

1. Zorg voor een overzicht van standaardzinnen en –mails

Een lijst van formuleringen die altijd terugkomen is erg handig. Geef als collega ook het goede voorbeeld, door mails te schrijven die zo foutloos mogelijk zijn.

 

2. Stel je collega voor om een woordenlijst te maken met de meest gebruikte woorden

Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van een Excel-bestand dat aangevuld kan worden en waarmee ook geoefend kan worden.

 

(Gebaseerd op: de tips van het Agentschap Integratie en Inburgering)

 

Nog meer handige tips vind je ook op https://overheid.vlaanderen.be/heerlijk-helder-formulering en https://www.taaltelefoon.be/tips-voor-klare-taal.